Luca is 18 jaar, woont in Maastricht en zit in zijn examenjaar. Na zijn examen wil hij graag naar het conservatorium. Hij speelt al ruim tien jaar trombone en wil er graag zijn beroep van maken. Daarnaast houdt hij van sporten: hij loopt hard, tennist en voetbalt.
Luca begon op zijn achtste met trombone spelen bij harmonie ‘Sint Petrus en Paulus’ in Maastricht. ‘Vanaf mijn derde ging ik naar ‘spelen met muziek’, daar kwamen alle instrumenten aan bod. Toen de trombone langskwam vond ik dat zo’n gaaf instrument. Het enige instrument met een schuif en een machtig geluid.’ Luca begon gelijk met trombone spelen en na een half jaar ging hij spelen bij de samenspeelgroep van de harmonie en daarna bij de jeugdharmonie.
Luca: ‘Vanaf mijn dertiende zit ik bij de harmonie en heb daarmee meegedaan aan o.a. het Wereld Muziek Concours, waar we de wereldtitel in de concertafdeling hebben behaald, en de promenadeconcerten in Innsbruck. Verder heb ik jaren bij een jeugd bigband gespeeld en geparticipeerd aan de vooropleiding conservatorium in Maastricht. Vorig jaar heb ik voor mijn profielwerkstuk samen met een vriend het schoolcabaret georganiseerd wat ik heb afgesloten met een tien.’
Over meedoen aan het concours
Meedoen aan het concours is belangrijk voor Luca. Hij vindt het een mooie manier om meer podiumervaring op te doen. ‘Helaas is dat door corona een beetje in het water gevallen, maar het is ook heel leerzaam om zelf opnames te maken: Pianist, opname apparatuur en een zaal om de video op te nemen regelen.
Natuurlijk had ik het leuker gevonden om voor een zaal te spelen, maar zo is het ook prima. Ik hoop dat ik van de jury goede feedback krijg, waarmee ik weer kan doorgroeien.’
Het grootste van corona vindt Luca niet alleen dat hij niet kan optreden voor publiek, maar vooral dat hij niet meer samen kan repeteren. Luca: ‘Dat mis ik enorm. Het is ook vrij demotiverend om elke dag op je zolderkamertje te spelen zonder daadwerkelijk doel. Dan zijn repetities en concerten veel activerender. Deelname aan het Prinses Christina Concours hielp me wel: ik had weer een echt doel om naar toe te werken,’